Meteen naar de inhoud

Note:
Ik heb bewust voor de term (hoog)begaafdheid gekozen. Deze mag je dit lezen als (vermoedelijk) hoogbegaafd.
Uit ervaring weet ik dat kinderen met een TOS (maar ook genoeg hoogbegaafde kinderen) door diverse aspecten (o.a een verminderd welbevinden maar vaak ook door een minder sterk werkgeheugen) niet als hoogbegaafd (lees, TIQ 130) uit de test komen.
Uiteraard gaat het wel om kinderen waarbij het volgende van toepassing is. Een hoogbegaafde is een nieuwsgierig, sensitief en emotioneel mens. Hij of zij is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Verder is hij of zij autonoom, gedreven van aard en intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.

Daar waar TOS staat, gaat het om de kenmerken van TOS die na intensieve (professionele) begeleiding te weinig voortgang boeken t.o.v. het potentieel van het kind.

~ toelichting model ~

Je ziet de begrippen (hoog)begaafdheid en TOS ‘los van elkaar’. In de donkergrijze rondjes vind je een compacte omschrijving, zie het als basisaspecten, omtrent de begrippen.

Daaromheen staan veel voorkomende begrippen. Nooit compleet en waarschijnlijk ook nooit allemaal van toepassing op één persoon. Ieder is immers uniek, dat vang je niet in een model.

In het midden staat een verticale rij met kleinere rondjes. Hier vind je begrippen/ kenmerken die veel bij (hoog)begaafdheid en TOS voorkomen.
De stippellijn rondom, staat centraal voor de omgevingsfactoren van het kind.

Ik hoop dat dit model vooral helpt om (tijdens gesprekken) inzicht te bieden in hoe (hoog)begaafdheid en TOS met elkaar in relatie kunnen staan, zodat onderstaande vragen (en meer) inzichtelijk uitgelegd kunnen worden!

* Hoe komt het dat deze kinderen vaak niet gezien worden?
* Wat maakt dat deze kinderen in toetssituaties vaak ‘te goed’ scoren?
* Hoe kunnen de executieve functies (met name (werk)geheugen, (emotie)regulatie,
planning & organisatie en taakinhibitie) vanuit beide aspecten een rol spelen? Hoe kun je
daarmee aan de slag en wat mag je verwachten?
* In hoeverre spelen de metacognitieve vaardigheden, mindset, het Zijnsluik (eigen hoge lat,
perfectionisme) mogelijk nog een extra rol op het gebied van onzekerheid?