De kop is eraf, het nieuwe schooljaar is begonnen en onze jongste dochter, Emma, zit nu ook in de bovenbouw. Wat vliegt de tijd!
De eerste weken, de Gouden weken, op school draaien altijd om kennismaken, wennen aan nieuwe routines en het ontdekken hoe alles werkt in een nieuwe klas. Een nieuwe juf, andere kinderen, andere regels, en een andere werkwijze. Kortom, er komt veel informatie op de kinderen af in die eerste dagen.
Na de eerste schooldag stapte onze dochter in de auto en begon direct te vertellen over haar dag. Ze had het gehad over een “tostidag” en “noodledag” die ergens in de week gepland stonden, maar ze wist niet precies wanneer. Mogelijk was de informatie te veel en te snel gegaan om dit te kunnen onthouden—iets wat vaak voorkomt bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Door de uitdagingen die deze stoornis met zich meebrengt, kan het lastig zijn om complexe of snel gegeven informatie te verwerken en vast te houden.
Ze vroeg mij of ik via Parro, het communicatiemiddel met school, een berichtje wilde sturen naar de juf om te vragen op welke dagen deze activiteiten zouden plaatsvinden. Het zou natuurlijk een kleine moeite zijn om dat even te doen, maar ik realiseerde me dat dit een kans was voor haar om eigenaarschap te ontwikkelen en haar eigen talenten in te zetten. In plaats van direct in te springen, gaf ik haar het vertrouwen terug. Ik zei tegen haar dat ze de volgende dag prima zelf aan de juf kon vragen (want dat kan ze) op welke dag die activiteiten gepland stonden. “Maar mam, wat als ik het nu weer vergeet?” vroeg ze bezorgd. Ik herhaalde de vraag aan haar: “Wat zou je kunnen doen als je het vergeet? “Ze dacht even na en antwoordde: “Ik kan het opschrijven.”
“Precies,” zei ik, “dat is een goed idee. Je kunt de juf vragen of ze het voor je wil herhalen, zodat je het kunt opschrijven. En daarna laat je de juf controleren of je het goed hebt opgeschreven. Zo leert de juf jou beter kennen en jij leert de juf ook weer een beetje beter kennen. En op die manier regel je het helemaal zelf.
“De volgende dag kwam ze trots uit school met een blaadje waarop stond welke dag de tostidag en de noodledag waren, alleen… het was niet in haar eigen handschrift geschreven. 😉
Dit voorbeeld toont een interessante dynamiek die vaak voorkomt bij hoogbegaafde kinderen en in het bijzonder bij die met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). (Hoogbegaafde) kinderen kunnen zeer vaardig worden in het vinden van manieren om anderen voor hun karretje te spannen, wat door Tijl Koenderink wel eens het *”prins(es) van het universum syndroom”* wordt genoemd.
Het ontwikkelen van eigenaarschap en zelfstandigheid is hierbij essentieel, maar ook een uitdaging. Zeker voor kinderen met een TOS is het belangrijk om hen niet te veel uit handen te nemen, zodat ze kunnen groeien in hun zelfredzaamheid. In de blog die volgt, gaan we dieper in op de balans tussen autonomie en ondersteuning voor kinderen met dit profiel en hoe je als ouder of opvoeder hen kunt helpen om hun talenten te benutten zonder dat je hen afhankelijk maakt van jouw hulp.