Hoewel we alweer een tijdje thuis zijn, dwalen onze gedachten nog regelmatig af naar de zonnige vakantie op Mallorca.
Heerlijk ongedwongen liepen we daar over de boulevard toen Emma ineens aankondigde dat ze haar eigen raadsel bedacht had: “Opblijven, chips. Jantje mag 5 minuten opblijven en elke minuut 1 chipje pakken. Hoeveel chips krijgt hij dan?”
Ik besloot bewust een verkeerd antwoord te geven, in de hoop dat Emma haar kans zou grijpen om het juiste antwoord te delen. Maar in plaats daarvan gebeurde er iets anders. Emma verontschuldigde zich, herhaalde het raadsel alsof ze het verkeerd had verteld, en twijfelde plots aan zichzelf. In haar ogen had ze vast iets fout gedaan, omdat ik als ‘volwassene’ niet meteen het goede antwoord gaf.
Een pijnlijk moment voor mij als moeder: haar zelfvertrouwen krijgt een flinke knauw en toont maar weer eens de taalonzekerheid die ze ervaart. Voor een hoogbegaafd kind met een TOS (Taalontwikkelingsstoornis) is dit een veelvoorkomend dilemma. De combinatie van haar scherpe intellect en de worsteling met taal kan verwarrend zijn voor haar, zeker als ze niet zeker weet of ze iets goed overbrengt. Het is een reminder hoe complex haar binnenwereld kan zijn, en hoe belangrijk het is om haar zowel intellectueel als emotioneel te blijven ondersteunen.
Dus wat doe je in zo’n situatie? Ik pakte haar hand, gaf haar een knuffel en zei met een glimlach dat haar raadsel juist hartstikke goed was. Het was mama die even meer denkwerk nodig had 😉. Samen concludeerden we dat het juiste antwoord inderdaad “5” was.
Het was een mooi moment om juist te laten zien dat een ieder uitdagingen kan ervaren en voor mij om te reflecteren op hoe snel die onzekerheid kan toeslaan, zelfs tijdens een simpele en vrolijke interactie. Maar ook hoe waardevol het is om haar op zo’n moment de ruimte te geven en te bevestigen dat ze het prima doet.
Met het zonnetje op onze huid en de relaxte vakantiesfeer, genoten we extra van dit soort kleine momenten. Het is belangrijk om niet alleen oog te hebben voor haar uitdagingen, maar juist ook om de successen, groot of klein, te vieren.
—————————————-Bij hoogbegaafde kinderen met een TOS ligt de uitdaging in de vaak grote discrepantie binnen hun eigen profiel. Waar ze op intellectueel vlak vaak ver boven het gemiddelde presteren, kunnen de taalvaardigheden tegenvallen, met name gezien hun potentieel.
Dit betekent dat hoewel ze binnen normatieve taaltesten mogelijk nog net binnen het gemiddelde scoren, deze scores ver onder hun cognitieve mogelijkheden liggen. Hierdoor worden deze kinderen dikwijls niet herkent en erkend, waardoor erkenning en (passende) begeleiding uitblijft, zowel op school als thuis.
De afstand tussen wat ze denken en wat ze kunnen uitdrukken is hierdoor geregeld veel groter dan bij een kind met een gemiddeld ontwikkelingsprofiel, maar volgens de kaders ‘net’ boven de richtlijnen waardoor een diagnose uitblijft ondanks alle uitdagingen die het kind (en de ouders en omgeving) ervaart. Emma kan bijvoorbeeld razendsnel en creatief denken, maar het vinden van de juiste woorden om die complexe gedachten uit te drukken, verloopt vaak moeizaam. Dit zorgt voor een gevoel van onvermogen en onzekerheid, omdat haar taalontwikkeling haar belemmert in het uitdrukken van wat ze eigenlijk wil zeggen.
Wat de situatie extra complex maakt, is dat kinderen zoals Emma zich door hun hoge intelligentie en ‘zijn’ vaak heel goed bewust zijn van deze discrepantie. Ze voelen intens en merken haarfijn de reacties en verwachtingen van hun omgeving op. Als dit veelvuldig en gedurende een langere tijd speelt, dan doet dit iets met het zelfbeeld en zelfvertrouwen van het kind.
Het kan leiden tot twijfel aan zichzelf, zelfs in situaties waarin ze eigenlijk op het goede spoor zitten. Zoals bij het raadsel op vakantie: haar denkproces was correct, maar door de onzekerheid over haar taalgebruik, trok ze haar eigen antwoord in twijfel.
Het is voor ouders en begeleiders van kinderen met deze dubbel bijzondere combinatie van hoogbegaafdheid en TOS belangrijk om beide aspecten te erkennen en te ondersteunen. Niet alleen de cognitieve uitdaging, maar juist ook het sociaal-emotionele aspect moet centraal staan. Het snel denken en intense voelen vraagt om een aanpak waarin deze kinderen leren dat het oké is om fouten te maken, waarin ze bevestigd worden in hun talenten en waarin de focus ligt op groei, in plaats van enkel op correct taalgebruik. Dit helpt niet alleen om hun taalontwikkeling te versterken, maar ook om hun zelfvertrouwen en emotionele welzijn te ondersteunen.